De herhaling wordt geleverd door twee refreinen die aan het begin en einde van de gedicht staan. Refrein betekent letterlijk 'terugkerende regel'. De twee refreinen worden in iedere stanza herhaald.
De rondeel structuur is als volgt:
Refrein A
Regel 1 - Rijm met A
Regel 2 - Rijm met B
Refrein A
Regel 3 - Rijm met C
Regel 4 - Rijm met D
Refrein B
Regel 5 - Rijm met E
Regel 6 - Rijm met F
Refrein B
In sommige gevallen wordt de C-regel herhaald voordat de laatste refrein wordt gegeven. Het is ook mogelijk om meerdere refreinen te gebruiken en het rijmschema aan te passen om variëteit toe te voegen.
Hieronder 2 voorbeelden van rondeel:
Sprekende ogen kijken mij aan
Maar wat ze zeggen kan ik niet verstaan
Kon ik ze maar lezen, ze compleet bevatten
Sprekende ogen kijken mij aan
Zie ik de liefde voor vandaag de dag
Of is het angst verhuld in een lach
Sprekende ogen kijken mij aan
Maar wat ze zeggen kan ik niet verstaan
O, laat mij zweven
In blauw met heel veel wit
Ontstijgen alles wat ik ben
O, laat mij zweven
Met onder mij de molens en het koren
En mensen die krioelen als mieren
O, laat mij zweven
In blauw met heel veel wit